Het zijn twee woorden die we vaak horen op radio en tv in het najaar, als de stormen in samenwerking met het hoge water onze kust en rivieren geselen. “De dijkwachters zijn weer opgeroepen om extra alert te zijn op de toestand van de dijken.” Zo ongeveer is dan de tekst die we te horen krijgen en dat geeft aan de ene kant een soort ongerustheid en aan de andere kant een soort geruststelling dat er voor onze bescherming tegen het water wordt gezorgd. Velen onder ons herinneren zich nog de stormramp van 1953, of hebben er zeker van gehoord. De hoge waterstanden in 1995, toen vele rivierdijken in het land het water nauwelijks nog tegen konden houden en zelfs dorpen en steden ontruimd werden, is misschien voor de jongeren meer herkenbaar. Feit is dat op die momenten de dijkwachters in weer en wind continu de situatie beoordelen en melden aan het Waterschap.
Hoe werkt de dijkbewaking in Zeeland?
Het waterschap Scheldestromen krijgt van Rijkswaterstaat bericht als er hoogwaterstanden worden verwacht op de Zeeuwse kust. De berekeningen van weer en waterstanden zijn tegenwoordig zo goed, dat het tot wel twee weken vooraf duidelijk is dat er hoogwater en/of storm te verwachten is. Via deze link is het voor iedereen te volgen: https://waterberichtgeving.rws.nl/wbviewer/maak_grafiek.php?loc=VLIS&set=eindverwachting_waterstand_langetermijn&nummer=1

Er zijn voor verschillende locaties langs de kust alarmpeilen ingesteld. Als verwacht wordt dat die worden overschreden, komt het waterschap in actie. In Zeeland hanteert men twee locaties te weten Vlissingen en Roompot. In eerste instantie wordt er opgeschaald van fase 0 (niks aan de hand) naar fase 1 (alert zijn). Dit is bij een waterstand van +3.30 meter NAP bij Vlissingen en/of +3.00 meter NAP bij de Roompot (Oosterschelde). Een Waterschaps Actie Team (WAT) wordt ingericht, met daarin alle betrokken deskundigen, en die volgen nauwgezet de situatie.
Zodra de verwachtingen alarmerender worden, wordt er verder opgeschaald naar fase 2 en hoger (vanaf +3.70 meter NAP bij Vlissingen). Er worden op dat moment ook meer deskundigen ingeschakeld en meerdere crisisteams op verschillende niveaus worden ingericht om de schade te beperken. Bij Vlissingen gaat het dan om een waterstand van +3.70 meter NAP. Vanaf +3.00 meter NAP bij de Roompot beslist Rijkswaterstaat of de Stormvloedkering in de Oosterschelde eventueel gesloten moet worden.
Tijdens de calamiteiten heeft het waterschap altijd intensief contact met Rijkswaterstaat, de Veiligheidsregio (brandweer, politie, etc.) en andere waterschappen, om zo gezamenlijk de calamiteit het hoofd te bieden. Een belangrijk onderdeel tijdens een calamiteit is de communicatie naar de Zeeuwen: via pers(berichten) en sociale media wordt iedereen goed op de hoogte gehouden van wat er speelt en wat het waterschap aan het doen is.
De groep dijkwachten van Waterschap Scheldestromen bestaat uit 120 waterschappers, mensen die bij het waterschap werkzaam zijn. Er is gekozen om alleen met waterschappers te werken, omdat die vanuit hun functie uiterst deskundig zijn en ook al zijn uitgerust met de juiste voertuigen, kleding en materialen. Vrijwillige dijkwachten opereren vooral bij waterschappen met rivierdijken. De dijken van Scheldestromen zijn primaire waterkeringen van de zwaarste veiligheidscategorie.
Als de dijkwachten in actie moeten komen bestaat hun werk uit 4 taken:
- Vooraf worden maatregelen getroffen, zoals het afsluiten van wegen en het sluiten van coupures. Dit zijn openingen/onderbrekingen in een dijk waar meestal een weg doorheen gaat.
- Tijdens de storm worden eventuele gevoelige locaties, die bij het waterschap bekend zijn, nauwgezet in de gaten gehouden.
- Na de storm wordt iedere meter waterkering geïnspecteerd op schade en er wordt een schaderapport opgesteld.
- Indien nodig worden noodreparaties uitgevoerd met bijvoorbeeld zandzakken of big bags met zand of stenen.
Bij fase 1 worden de maatregelen uitgevoerd door de opzichters en kantonniers van de afdeling Waterkeringen. Een kantonnier is iemand die zich bezighoudt met het beheer en onderhoud van dijken, wegen en wegbermen, waterlopen en andere waterschapsobjecten. Zij bekijken of alles in hun gebied nog in goede staat is en ook goed functioneert. Zij zijn ervaren en weten precies wat ze moeten doen en waar ze moeten zijn.
Bij fase 2 wordt de dijkbewaking ingesteld en worden de ploegen op volle sterkte opgeroepen. Als de Oosterscheldekering wordt gesloten zijn er minder dijkwachten nodig rond de Oosterschelde, omdat het peil daar dan lager zal zijn.
Na de storm of het hoogwater wordt altijd de balans opgemaakt: welke schade is opgetreden, hoe en wanneer wordt dat gerepareerd en heeft de crisisorganisatie gefunctioneerd zoals dat zou moeten? Een rapport daarvan wordt aangeleverd aan het bestuur van het waterschap.
Het is goed te weten dat er over onze veiligheid wordt gewaakt, al staan we er (gelukkig) niet dagelijks bij stil. Met dank voor de info aan Arjan Goossen en Walter van Damme van Waterschap Scheldestromen.
De overstromingen in België en Duitsland afgelopen voorjaar hebben aangetoond wat er kan gebeuren als men niet tijdig reageert en/of de zaken niet op orde zijn.
Jan Roose